Dit is een geweldig recept voor een verrukkelijke sinaasappeltaart, afkomstig van de Italiaanse kokkin van mijn Franse tante die vrijwel haar hele leven in Florence heeft gewoond. Na het bakken wordt het luchtige cakedeeg doordrenkt met ingekookt sinaasappelsap zodat de taart heerlijk sappig en fris van smaak wordt. Dankzij de toevoeging van sinaasappelbloesemwater krijgt de taart een exotische ’touch’ , die hem een gouden randje geeft. Hij is zeer geschikt om als feestelijk nagerecht te worden geserveerd. Succes verzekerd.
Omdat ook het oog wil worden gestreeld wordt de taart voorzien van een laagje sinaasappel-glazuur op basis van gelatine. Vervolgens wordt hij versierd met halve plakjes clementine (of kwart plakjes sinaasappel).
Voor een taartvorm van ø 24 cm:
120 gram patentbloem
1 zakje bakpoeder (Baukje)
240 gram suiker
3 eieren (M)
6 biologische perssinaasappels
1,5 eetlepel sinaasappelbloesemwater
1 blaadje transparante gelatine (Baukje)
3 clementines, gepeld en gehalveerd
Vermeng in een beslagkom patentbloem, bakpoeder en 120 gram van de suiker met elkaar. Rasp de schil af van 2 van de perssinaasappels boven de beslagkom. Klop met een handmixer een voor een de eieren door het bloemmengsel tot een soepel beslag is verkregen.
Giet het beslag in een bakvorm van silicone (of een ingevette metalen bakvorm) en bak de taart in het midden van een voorverwarmde oven (200 °C) gedurende 30-35 minuten, of tot hij gerezen en gaar is. Controleer of het deeg gaar is door er een metalen spies in te steken. Komt die er schoon uit dan is de taart gaar.
Pers intussen 5 van de sinaasappels uit en giet het sap via een fijnmazige zeef in een pannetje. Voeg de resterende suiker toe en breng alles aan de kook tot de suiker is opgelost. Kook de vloeistof vervolgens in op halfhoog vuur gedurende 7 minuten. Voeg vlak voor het einde van de kooktijd het sinaasappelbloesemwater toe. Giet het ingekookte vocht over in een litermaat.
Neem de taart uit de oven maar laat hem in de vorm. Prik de gloeiend hete taart over het hele oppervlak in met een lange spies tot vrijwel onderaan. Het deeg moet goed geperforeerd worden maar de bodem kan beter niet worden doorboord. Hoe meer gaatjes hoe beter het ingekookte sap in de cake zal trekken.
Giet het ingekookte sinaasappelsap voorzichtig bij kleine beetjes tegelijk over het gehele oppervlak van de taart. Gun het deeg de tijd om het sap te absorberen. Ga zo voort tot er nog ongeveer een halve deciliter ingekookt sinaasappelsap resteert. Het sinaasappelsap in de taart zal zich op den duur onderin de taartvorm verzamelen maar na enige tijd wordt het door de capillaire werking van het deeg weer opgezogen.
Laat de cake een uurtje staan, of tot er vrijwel geen sinaasappelsap meer te bespeuren is onderin de taartvorm. Leg dan een bord op de taartvorm en keer beide tezamen om. Verwijder de bakvorm. Leg vervolgens een platte serveerschaal op de taart en keer beide tezamen om. De iets gebolde bovenkant van de taart is weer zichtbaar.
Pers de laatste sinaasappel uit, zeef het sap en giet het bij het resterend ingekookt sinaasappelsap in de litermaat. Er moet totaal ongeveer 1 dl vocht zijn verkregen.
Week het blaadje gelatine (ca. 1,7 gram) even in koud water en knijp het uit als het soepel is geworden. Breng het sinaasappelvocht in een pannetje aan de kook. Los hierin de geweekte gelatine op. Zet het pannetje vervolgens in een bak met koud water en laat de vloeistof onder nu en dan roeren afkoelen tot hij nét begint op te stijven.
Strijk de soepele sinaasappelgelei gelijkmatig uit over het oppervlak en de zijkant van de taart. Snijd met een vlijmscherp mes de halve clementines overdwars in dunne plakjes; halveer de plakjes zodat kleine halve maantjes worden verkregen.
Garneer de taart met de ‘halve maantjes’ clementine en bestrijk deze eveneens met gelei. Laat de taart in een koele ruimte staan tot gebruik.