Dit is een hele eenvoudige pudding om te maken en het resultaat is onovertroffen lekker. Het recept kreeg ik van een aardige man die het ooit van zijn zuster had gekregen, al had hij moeten zweren dat hij het recept niet aan anderen zou geven. Maar dat deed hij gelukkig wel. Zo blijven goede recepten doorleven en kunnen veel eetgeluk schenken aan toekomstige generaties. En zo moet het ook.
1/2 liter slagroom
200 gram fijne tafelsuiker
10 gram gelatine (ongekleurde blaadjes)
1/4 liter zure room
1/4 liter volle yoghurt
Breng de room met de suiker in een ruime pan al roerend tegen de kook aan en blijf roeren tot de suiker is opgelost. Laat de blaadjes gelatine intussen weken in koud water. Knijp de blaadjes goed uit en roer ze, van het vuur af, door de hete room tot de gelatine volledig is opgelost. Roer nu het roommengsel in enkele minuten koud, door de pan in een bak (of de spoelbak) met ijskoud water te zetten. Roer de zure room los in een kom, klop er beetje bij beetje de yoghurt doorheen en roer het verkregen mengsel door het afgekoelde roommengsel. Giet de massa door een fijne zeef in een met koud water omgespoelde puddingvorm (of individuele vormpjes) en laat de pudding opstijven in de ijskast. Stort de pudding vlak voor het serveren en geeft er zachte vruchten bij, die met wat suiker en/of een scheutje likeur enkele uren zijn ‘gemarineerd’. De zachte vruchten kunnen ’s winters vervangen worden door vruchtenjam losgeroerd met wat likeur, bosvruchten uit pot of diepvries of een compote van gedroogde vruchten die werden voorgeweekt. Wie de pudding soepel wil houden, gebruikt een 1/4 minder gelatine en serveert de zachte zuivel met een lepel uit de schaal.